Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En [dit] zal voor u tot een [41]eeuwige inzetting zijn: gij zult in de [42]zevende maand, op den tienden der maand, [43]uw zielen [44]verootmoedigen, en geen werk doen, inboorling noch vreemdeling, die in het midden van u als vreemdeling verkeert. 41. Hebreeuws, inzetting der eeuwigheid; alzo onder, vs.31,34. Zie Gen.13:15. 42. Genaamd, 1 Kon.8:2, Ethanim, en heden bij den Joden Tisri; zij komt meest overeen met onze maand September. 43. Dat is, lichamen, gelijk Ps.16:10, of uwe personen; dat is, lichamen en zielen, gelijk Gen.12:5. 44. Of, bekommeren, of kwellen; dat is, ernstiglijk vernederen voor den Heere, met bekentenis van uwe zonden, met bidden, met nalating van al hetgeen het lichaam aangenaam en vermakelijk is. Zie deze manier van spreken ook onder, vs.31; Ps.35:13; Jes.58:3,5; Dan.10:12.